Overzichtelijkheid en transparantie, dat zijn de toverwoorden van de
Pensioenwet. Wat betekent dit voor u als P&O’er? In de eerste plaats zult u
moeten nagaan of uw huidige pensioenregeling voldoet aan de nieuwe regels en
welke acties u moet ondernemen. De volgende checklist kan u daarbij
helpen.
Informatie bij indiensttreding
Binnen 1 maand na indiensttreding moet de werkgever aangeven of de werknemer wel of niet gaat deelnemen aan de pensioenregeling.
Informatie bij deelneming
Binnen 3 maanden nadat de werknemer is gaan deelnemen aan de regeling moet hij van de pensioenuitvoerder een startbrief ontvangen. De werkgever is verantwoordelijk en moet erop toezien dat de brief tijdig wordt verzonden en dat de brief helder is opgesteld.
Karakter van de pensioenregeling
Een pensioenregeling moet worden gekarakteriseerd als een uitvoeringsovereenkomst, een kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst. De werkgever moet de nieuwe terminologie in alle documenten verwerken.
Leeftijd
Deelnemers moeten uiterlijk vanaf 21 jaar beginnen met de opbouw van pensioen.
Nabestaandenpensioen
Indien de pensioenovereenkomst voorziet in een partnerpensioen, dan moet dit gelijk zijn aan het nabestaandenpensioen voor gehuwden en geregistreerde partners. Dit geldt ook voor ex-partners.
Uitvoeringsovereenkomst
De werkgever moet een uitvoeringsovereenkomst sluiten met de pensioenuitvoerder, tenzij er een bedrijfstakpensioenfonds van kracht is.
Verjaring
De verjaringstermijn van uitkeringstermijnen wordt gewijzigd van 5 naar 10 jaar.
Uitruil
Deelnemers moeten de mogelijkheid hebben om ouderdomspensioen uit te ruilen in nabestaandenpensioen.