Een werkneemster die aangeeft dat ze ook zonder toestemming van de werkgever op vakantie zal gaan, wordt op staande voet ontslagen. Dat ontslag is nietig omdat de dringende reden nog niet heeft plaatsgevonden.
De werkgever had moeten wachten totdat de werkneemster echt ongeoorloofd afwezig was.
De situatie
Een werkneemster is vanaf 1 februari 2007 als verhuurmakelaar in dienst bij Direct Wonen. In december 2009 heeft zij een vakantie geboekt voor de periode van 3 mei tot en met 14 mei 2010. Pas half april doet ze een verlofaanvraag op het werk. Omdat een verlofaanvraag voor meer dan vijf dagen twee maanden van te voren moet worden aangevraagd, wordt de aanvraag door haar leidinggevende geweigerd. Een tweede reden voor de afwijzing is dat altijd twee van de vier verhuurmakelaars aanwezig moeten zijn. De werkneemster houdt vast aan haar vakantieplannen en laat de werkgever weten dat ze ook zonder toestemming naar haar vakantiebestemming zal vertrekken. Ze wordt op 29 april 2010 op staande voet ontslagen wegens ongeoorloofde afwezigheid.
De vordering
De werkneemster vordert loondoorbetaling en wedertewerkstelling. Ze geeft aan dat ze niet op de hoogte was van de regels omdat ze nog maar sinds kort de functie van verhuurmakelaar vervulde en dat op het moment van ontslag ze nog bezig was om alsnog een oplossing te vinden.
Het oordeel
De rechtbank oordeelt dat het ontslag op staande voet nietig is. Direct Wonen heeft de werkneemster vanwege een dringende reden op staande voet ontslagen, terwijl deze reden zich nog niet heeft voorgedaan. De werkgever had rekening moeten houden met de kans dat de werkneemster zich nog zou bedenken en van haar vakantieplannen af zou zien. Pas na 3 mei 2010 had de werkgever de medewerkster kunnen ontslaan. De werkgever moet de werkneemster weer toelaten tot het werk en haar het achterstallige salaris uitbetalen.
LJN BN3623
Kantonrechter Roermond
Ontslag op staande voet; dringende reden
Kort geding
5 augustus 2010
Door mr. Ingrid Kooijman