Werknemers die een deel van hun loon willen sparen, kunnen elk jaar kiezen aan welke spaarregeling zij willen deelnemen: de spaarloon- of de levensloopregeling.
Het is niet toegestaan van beide spaarvormen tegelijkertijd gebruik te maken. De spaarloon- en levensloopregeling hebben elk een eigen karakter.
Spaarloon | Levensloop | |
Bron spaargeld | Bruto-inkomen | Bruto-inkomen |
Doel | Vrij besteedbaar | Inkomen tijdens onbetaald verlof |
Maximale inleg | €613 per jaar | 12 procent van het bruto jaarsalaris per jaar; 210 procent van het bruto jaarsalaris (voor opname) |
Loonbelasting | Na 4 jaar opneembaar | Loonbelastiong bij opname |
Inkomens- belasting | Telt tijdens de blokkeringsperiode (4 jaar) niet mee voor eventuele vermogens-rendementheffing in box 3 | Heffingskorting op te betalen belasting is € 183 per gespaard jaar |
Wettelijk recht | Nee, keuze is aan werkgever | Ja, werkgever moet sparen mogelijk maken |
Keuze bank of verzekeraar | Nee | Ja |